Ontwikkeling stimuleren van het kind
Bij dit beroepsthema komen de volgende dingen aanbod: observaties, doelgroepsanalyses, reflecties en evaluaties en opdrachten die te maken hebben met het inventariseren van de behoeftes van kinderen. Ook verslagen over het creëren van een veilig pedagogisch klimaat, interactievaardigheden en verslagen over de samenwerking met collega's komen hier te staan.
De werkprocessen die bij dit beroepsthema horen zijn:
- B1-K1-W1: Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat
- B1-K1-W2: Inventariseert behoeften en wensen van het kind
- B1-K1-W4: Creëert een verantwoorde en stimulerende speel-/ leeromgeving
- B1-K1-W5: Werkt samen met andere betrokkenen in de omgeving van het kind
- B1-K1-W6: Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind
Observatie van 'B'.
Hier kan je de opdracht zien > Observatie 'B'.
Wat houdt deze opdracht in?
In deze opdracht observeer ik leerling 'B' die regelmatig spullen van huis meeneemt, beweegt door het lokaal of boos van het plein komt. In dit verslag ga je lezen wat voor gedrag ik ben tegen gekomen en welke conclusies ik heb kunnen trekken.
Waarom staat deze opdracht hier?
Dit is één van mijn eerdere observaties, deze opdracht kan je dan ook vergelijken met één van mijn meer recente opdrachten, zoals het plan van aanpak. Daarin kan je goed zien hoe mijn verslagen en observaties zijn verbeterd. Deze opdracht staat hier natuurlijk ook omdat de ontwikkeling stimuleren door te beginnen met kijken wat het kind nodig heeft, dit heb ik gedaan doormiddel van een observatie.
Aan welke werkprocessen heb ik deze opdracht gekoppeld?
- B1-K1-W2: Inventariseert behoeften en wensen van het kind
- B1-K1-W6: Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind
Interpersoonlijke competenties.
Hier kan je de opdracht zien > Interpersoonlijke competenties.
Wat houdt deze opdracht in?
In deze opdracht kan je terug lezen hoe mijn contact met de klas is en hoe ik het contact met de leerlingen waar ik minder contact mee heb kan verbeteren. Dit ga ik doen aan de hand van een activiteit. Verder kan je nog lezen hoe het contact er uit ziet met de leerlingen waar ik 'veel' contact mee heb en waar ik 'minder' contact mee heb.
Waarom staat deze opdracht hier?
Deze opdracht is een analyse van hoe ik lig in de klas. Ik kijk dan naar het stukje contact met de leerlingen. Je kan niet elke leerling even veel aandacht geven, dus hoe verbeter ik dan het contact met deze leerlingen die minder aandacht krijgen. Dat heb ik onderzocht in dit verslag.
Aan welke werkprocessen heb ik deze opdracht gekoppeld?
- B1-K1-W1: Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat
- B1-K1-W3: Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
- B1-K1-W7: Evalueert haar eigen werkzaamheden
- P3-K1-W2: Bereidt de uitvoering van leeractiviteiten voor
- P3-K1-W3: voert leeractiviteiten uit
Doelgroepsanalyse Oldenije.
Hier kan je de opdracht zien > Doelgroepsanalyse.
Wat houdt deze opdracht in?
Dit verslag is een doelgroepsanalyse, met een doelgroepsanalyse breng je de klas in kaart. Ik laat zien met welke leeftijd ik werk, wat de verdeling is in de klas en hoe ver ze zijn in hun ontwikkeling. Ook beschrijf ik nog een leerling en vertel ik waar hij staat in zijn ontwikkeling.
Waarom staat deze opdracht hier?
Voor dat je de ontwikkeling kan stimuleren moet je eerst weten tot hoever de kinderen zijn ontwikkeld en hoe die ontwikkeling is tegen over het gemiddelde
Aan welke werkprocessen heb ik deze opdracht gekoppeld?
- B1-K1-W2: Inventariseert behoeften en wensen van het kind
- B1-K1-W6: Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind
Plan van aanpak -d en -b
Hier kan je de opdracht zien > plan van aanpak -d en -b.
Wat houdt deze opdracht in?
In deze opdracht valt er te lezen over het verloop van mijn plan van aanpak. Bij een plan van aanpak is het de bedoeling dat je eerst de gekozen leerling observeert en dan een begeleidingsplan maakt. In dat plan behandel je een valkuil van deze leerling, bij deze leerling was dat het verschil leren te herkennen tussen de letters -d en -b. Aan de hand van mijn observatie kon ik mijn plan bijstellen op zijn gedrag en wat voor hem de beste manier zou zijn om aan het werk te kunnen gaan zonder dat hij regelmatig afgeleid raakt.
Waarom staat deze opdracht hier?
Deze opdracht staat bij dit beroepsthema omdat er door te observeren en het schrijven van een plan van aanpak je in kaart kan krijgen wat een leerling nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. Niet alleen door observaties kom je erachter wat een leerling nodig heeft, door de leerling te bespreken met je stagebegeleider kom je er vaak achter wat de leerling nodig heeft of wordt er bevestigd wat je zelf al dacht dat de leerling nodig heeft. Dit kan je allemaal terug lezen in dit verslag.
Aan welke werkprocessen heb ik deze opdracht gekoppeld?
- B1-K1-W3: Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
- P3-K1-W4: Biedt (specifieke) ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
- B1-K1-W5: Werkt samen met andere betrokkenen in de omgeving van het kind
- B1-K1-W6: Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind
- B1-K1-W2: Inventariseert behoeften en wensen van het kind
Procesverslag pleinwacht.
Hier kan je opdracht zien > procesverslag pleinwacht.
Wat houdt deze opdracht in?
Deze opdracht laat zien hoe ik een leerling benader die zich niet aan de afspraken op het plein houdt. Je leest ook hoe ik deze leerling heb geleerd aan te pakken en wat voor effect dat heeft. De leerling in kwestie is een leerling waar ik voorheen veel moeite mee had. Hem benaderen is nog steeds niet altijd even makkelijk voor de docenten, maar door te leren van hun at het beste werkt zijn er mogelijkheden.
Waarom staat deze opdracht hier?
In deze opdracht laat ik zien wat ik heb bereikt door regelmatig met mijn collega's in overleg te gaan over het benaderen van een leerling. Ook laat het zien hoe ik de regels en afspraken handhaaf op het plein.
Aan welke werkprocessen heb ik deze opdracht gekoppeld?
P3-K2-W1 Houdt toezicht en begeleidt buiten de lessen.
B1-K1-W1: Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat.
B1-K1-W4: Creëert een verantwoorde en stimulerende speel-/leeromgeving.
B1-K1-W5: Werkt samen met andere betrokkenen in de omgeving van het kind.
Kritische beroepssituatie kind laten ophalen.
Hier kan je de opdracht zien > Kritische beroepssituatie kind laten ophalen.
Wat houdt deze opdracht in?
Dit was voor mij een kritische beroepssituatie, dat houdt in dat ik deze situatie lastig vond en in het moment heb moeten leren handelen. Er is een leerling die volledige dagen lastig kan volhouden, maar dit wel probeerde. Deze leerling hield het alleen niet vol en begon zich buiten de kaders van de afspraken te gedragen en werd uiteindelijk opgehaald door mijn handelen.
Waarom staat deze opdracht hier?
Ik zorg voor een veilig pedagogisch klimaat door ervoor te zorgen dat de stoorzender die er was, op te laten halen. Dit was een voorstel wat ik heb gedaan aan mijn stagebegeleider en uiteindelijk in samenwerking met de coördinator passend onderwijs heb opgelost.
Aan welke werkprocessen heb ik deze opdracht gekoppeld?
- B1-K1-W1: Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat
- B1-K1-W5: Werkt samen met andere betrokkenen in de omgeving van het kind
Observeren L.
Hier kan je de opdracht zien > Observeren L.
Wat houdt deze opdracht in?
In deze opdracht volg ik leerling L en houdt ik bij wat zijn gedrag in de klas is. Je leest over mijn keuze om hem te observeren en hoe dat is verlopen.
Waarom stat deze opdracht hier?
Door in kaart te brengen wat de wensen en behoeftes van de leerling zijn, kan ik gaan kijken naar het stimuleren van zijn ontwikkeling. Dit heb ik gedaan door middel van een observatie, waarbij ik nauwkeurig en feitelijk heb gekeken naar het gedrag van deze leerling.
- B1-K1-W2: Inventariseert behoeften en wensen van het kind Aan welke werkprocessen heb ik deze opdracht gekoppeld?
- B1-K1-W5: Werkt samen met andere betrokkenen in de omgeving van het kind
- B1-K1-W6: Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind
Interpersoonlijke competenties IKC Sint Paulus
Hier kan je de opdracht zien > Interpersoonlijke competenties IKC.
Wat houdt deze opdracht in?
In deze opdracht ben ik bezig geweest met het contact in de klas. Ik kijk hier naar het verbeteren van het contact met de leerlingen waar ik dat minder mee heb. Ik heb dit gedaan door middel van een activiteit, waaronder ik in gesprek kon gaan met de leerlingen.
Waarom staat deze opdracht hier?
Voor dat ik de ontwikkeling kan stimuleren, moet ik eerst kennismaken met iedereen en kijken naar hoe ik deze leerlingen kan benaderen. Wanneer er een band is met de leerlingen, is het ook makkelijker om ze te helpen bij het leren.
Aan welke werkprocessen heb ik deze opdracht gekoppeld?
- B1-K1-W1: zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat.
B1-K1-W2: Inventariseert behoeften en wensen van het kind.